Snel en betaalbaar voldoen aan de privacywetgeving
Wet Identificatieplicht
HOOFDSTUK I Aanwijzing van documenten
Art. 1.
1. Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:
1º. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Paspoortwet (Stb. 1991, 498);
2º. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet (Stb. 1965, 40) moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie.
2. Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.
HOOFDSTUK II t/m HOOFDSTUK XXII Wijzigingen in andere wetten
(Wordt later opgenomen)
HOOFDSTUK XXIII Slotbepalingen
Art. 23.
(Niet opgenomen)
Art. 24.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Art. 25.
Deze wet kan worden aangehaald als ,,Wet op de identificatieplicht''.